Handmatig contactonderzoek kost veel tijd
Bij het bron- en contactonderzoek van de GGD brengen zij samen met de patiënt in kaart wie hij vanaf 2 dagen voor de ziekteverschijnselen mogelijk besmet kan hebben. Met wie hij dus contact heeft gehad. En hoelang, waar, op welke afstand en wat de aard van dat contact was. Dit kost veel tijd.
Bij handmatig contactonderzoek kan maar 1 ding tegelijk.
De GGD-medewerker moet alle handelingen na elkaar doen. Hij belt bijvoorbeeld eerst de patiënt en brengt dan de contacten in kaart. Vervolgens beoordeelt hij die contacten en belt hij ze een voor een op.
Hij kan kiezen om eerst de patiënt de brief te sturen die de patiënt naar eigen contacten kan sturen of eerst zelf een nauw contact te bellen.
“A: Als jij die brieven voor iedereen klaar zet, gaan C en ik vast bellen. Misschien moeten we die mevrouw zo ook nog even bellen? B: Ja, als de mail wil dan. B: Ik hoop dat jullie mijn handschrift kunnen lezen, heb echt zo snel geschreven al die nummers net.”
Medewerkers onderling
“En wat is wijsheid? Zij (patiënt) gaat eerst die mensen informeren, en dan gaan we de leidinggevende bellen… Bellen jullie, of bellen wij? Of proberen we het eerst en als we er niet uitkomen… ”
Overleg tussen arts en contactonderzoeker
“B: Ja, maar die klanten zijn nauwe contacten. Die moeten ook allemaal in quarantaine. A: Haar klanten. De andere klanten zijn categorie 3. Dit moeten we met de leidinggevende bespreken, hoe we dat met die klanten gaan doen. B: Pff.. A: Ik heb eigenlijk nog nooit zo’n grote casus gedaan. B: Ja, het is echt een speurtocht he. ”
Medewerkers onderling
Er mist soms info voor een volgende stap
Bijvoorbeeld een telefoonnummer dat niet klopt of niet bekend is. Of dat de patiënt niet iedereen zelf kent. Dan moet er via via gezocht worden naar wie de contacten zijn en hoe ze bereikt kunnen worden. Hiervoor moeten soms eerst anderen gebeld worden, bijvoorbeeld de leidinggevende van de patiënt.
“Ik ben nu niet op de zaak dus ik kan niet in het systeem kijken. Kun je me over een uur terugbellen?”
Leidinggevende patiënt
De gesprekken met de patiënt en zijn contacten kosten tijd.
De GGD-medewerker brengt het nieuws en neemt de tijd om te horen wat dat nieuws doet met de ontvanger. De GGD-medewerker moet ook gegevens registreren van het contact. Het BSN, naam en adres bijvoorbeeld. Dit is nodig voor de monitoring.
“A: Ja, u kunt in de 2 weken klachten ontwikkelen. U moet echt alert zijn en als u klachten hebt ons bellen. En we gaan u tussendoor ook bellen. En verder.. ja, overleg het ook even met uw leidinggevende. En het advies is ook om geen bezoek te ontvangen en zoveel mogelijk thuis te blijven. K: Wacht… ik moet het even… A: Ja, ik overval u een beetje he. K: Ja… ”
Gesprek tussen GGD-medewerker en contact die in quarantaine moet
“B: En heeft u vrijdag nog iemand anders gezien? P: Nee. Nee. Oh my God. B: En zaterdag begonnen uw klachten? P: Ja, en ook gewerkt. Lacht nerveus. Oh jeetje… B: Weer dezelfde collega’s? P: Ja… Och verschrikkelijk… lacht nerveus. Ik dacht nog van niet, maar dus wel he. Ik heb het wel. ”
Gesprek tussen GGD-medewerker en Patiënt
Het dossier moet compleet
De GGD-medewerker moet alle informatie ook verwerken in HPZone. Dit typt hij in. Bijvoorbeeld de patiënt die alle contacten en 06-nummers opsomt. Al die contacten worden in HPZone gelinkt aan de patiënt (de index). Wanneer de contacten ook ziek worden is dan duidelijk waar het vandaan komt.
Het is fijn om deze administratie gelijk te doen, zodat je aan het einde van de dag niet het overzicht kwijt raakt over al deze gegevens (bijvoorbeeld als je die op een kladblok schrijft). HPZone werkt voor nieuwe medewerkers niet intuïtief.
In de praktijk wordt de administratie op het eind gedaan, eerst worden alle gesprekken gevoerd (met de informatie vanaf een kladblok).
“Voor de overdracht van morgen… we moeten zo al dit papier vernietigen. Want je mag die nummers niet mee naar huis nemen, en ook niet hier laten slingeren. Dus die moeten we even in HPZone zetten.”
Ervaren medewerker aan een nieuwe medewerker
Contacten zijn onbereikbaar
Sommige contacten nemen hun telefoon niet op. Ook niet na meerdere keren bellen.
“Ik bel met een onbekend nummer. Dus laten we toch even met een vaste lijn bellen, misschien neemt ze dan op. ”
GGD-medewerker
Doorlooptijd van het virus inmiddels al 1 week
De patiënt had op zaterdag voor het eerst ziekteverschijnselen. Vanaf zondag bleef ze thuis. Donderdag (2 dagen eerder) was ze volgens de richtlijnen al besmettelijk. Op maandag liet ze zich testen en op woensdag kwam de uitslag. Woensdagochtend startte het contactonderzoek.
Van de contacten die in quarantaine moesten, waren 2 op donderdag in contact geweest met haar en namen hun telefoon niet op. Morgen worden ze nog eens gebeld, maar dat is dus al een week later. Die week hadden ze eigenlijk ook al in quarantaine moeten zijn.

Datapunten - 3
-
De meeste nauwe contacten zijn niet op dag 1 van het bco bereikt. (7/11)
11 contacten zijn ingedeeld als huisgenoot of overige nauwe contacten. Hiervan namen 7 hun telefoon niet op. Zij moesten in quarantaine. We deden het BCO op woensdag, maar sommige van de contacten zijn mogelijk op de donderdag ervoor besmet. We liepen mogelijk dus al een week achter op het virus.
-
De contactonderzoeker van de GGD gaf de patiënt de ruimte om iedereen die ze persoonlijk kende zelf eerst te informeren voordat de GGD hen ging bellen.
's Ochtends hadden we contact met de patiënt en brachten we de contacten in kaart. 's Middags belden we de overige nauwe contacten. (Let op: er werden ook medewerkers on the job getraind: in de toekomst gaat het in kaart brengen van contacten en beoordelen wat hun risico is waarschijnlijk sneller)
-
Alle overige contacten werden door de patiënt of de zaak waar patiënt werkt geïnformeerd.
De patiënt en haar leidinggevende kregen hiervoor brieven die ze door konden sturen. Deze werden beveiligd naar hen gestuurd (met een code per sms om de mail te kunnen openen).